Toen ik een klein meisje was, vonden veel mensen het moeilijk om met mij om te gaan. Nu denk ik ook nog wel eens. 😉 Ik was namelijk eerlijk, heel erg eerlijk. Zo vroeg ik aan de juffrouw in de klas waarom ze tegen sommige kinderen aardiger was dan tegen mij, en vertelde ik mijn oma goudeerlijk dat ik met bepaalde kinderen niet wilde spelen omdat ik me niet thuis bij hen voelde. Ik was me al op jonge leeftijd bewust van het feit dat mensen vaak krom waren. Want zo noemde ik veel mensen: krom of scheef. “Want”, zei ik vaak tegen mijn oma “mensen doen vaak heel aardig, maar als je in hun ogen kijkt zie je dat ze eigenlijk heel boos of verdrietig zijn.”
Dat wat ik als kind zag en voelde, werd door volwassenen niet altijd gewaardeerd. Nu ik zelf een poging doe om volwassen te zijn en wat meer op mijn woorden let 😉 , begrijp ik dat goed. Het is namelijk niet makkelijk als iemand je confronteert met dingen waarmee je worstelt, waar je geen antwoord op hebt of waar je je voor schaamt. Toch denk ik dat de wereld er heel anders zou uitzien, als we echt en eerlijk zouden durven zijn. We lijken dat alleen niet altijd even makkelijk te vinden.
Waarom vinden veel mensen het toch zo moeilijk om eerlijk te zijn? Om eerlijk te zeggen dat ze zich gekwetst voelen, om eerlijk te zeggen dat ze iemand verkeerd ingeschat hebben, om eerlijk te zeggen dat ze vriendschap ingewikkeld vinden of dat bepaalde activiteiten in hun leven eigenlijk te veel zijn? Is het echt zo gênant om te laten zien dat we niet perfect zijn, dat we niet alles onder controle hebben en dat we de plank soms gruwelijk misslaan? Of zou het bevrijdend kunnen zijn om gewoon te bekennen dat je heel lelijk over mensen kunt denken, dat je je soms depressief voelt of dat je iets vreselijk moeilijk of confronterend vindt?
Ieder mens heeft zijn of haar redenen om niet altijd of helemaal eerlijk te zijn. Sommige mensen weten simpelweg niet wat ze echt vinden of willen, anderen zijn bang om niet gezien of juist afgewezen te worden. Weer anderen hebben niet geleerd om gevoelens te verwoorden of weten niet hoe ze met een weerwoord om kunnen gaan. Wat de reden ook is, ik ben ervan overtuigd dat als we elkaar meer ruimte zouden geven om eerlijk te verwoorden wat we denken, vinden of voelen, er heel veel vriendschappen en relaties tot rust zouden komen. Je hoeft dan namelijk niet meer te raden naar wat iemand bedoelt en je hoeft dan niet meer te zoeken naar iemands werkelijke boodschap. Nu ben ik er ook geen voorstander van om alles te pas en te onpas te zeggen, maar op zo’n manier communiceren dat anderen niet hoeven te raden waar je bent en waar je naartoe wilt, zou zomaar heel handig kunnen zijn.
De afgelopen twintig jaar ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt dat eerlijk zijn over de realiteit van het leven, jezelf en anderen vrijmaakt. Het zet iets heel moois in beweging omdat je daardoor erkent wie en waar je bent. In mijn beleving creëert dat ruimte voor groei en ontwikkeling, maar ook ruimte om waarheid te ontdekken.
Voor mij betekent eerlijkheid ‘mijn innerlijke werkelijkheid uitspreken en die naast waarheid leggen om zo persoonlijke groei en ontwikkeling te stimuleren.
Als ik bijvoorbeeld teleurgesteld ben, vind ik het fijn om daar eerlijk over te kunnen zijn. Maar tegelijk vind ik het belangrijk om na te gaan of die teleurstelling terecht is. Als dat zo is, dan is het aan mij om die teleurstelling een plekje te geven en daarna weer verder te gaan. Als dat niet het geval is, dan is het een mooie gelegenheid om te onderzoeken waar de discrepantie tussen ‘mijn werkelijkheid’ en de ‘feitelijke waarheid’ (die zeker ook vaak subjectief kan blijken) door ontstaan is. Daar kunnen anderen me bij helpen, maar soms helpt de stilte, muziek of een mooi boek me ook om de waarheid onder ogen te zien. En die waarheid, die zeker niet altijd comfortable voelt, ervaar ik als bevrijdend. Daarom wil ik steeds eerlijker leren worden, op een manier die zuiver en liefdevol is richting anderen, maar ook richting mezelf.