Tussen de middag zat ik samen met boerleuk en een hete mok thee aan de keukentafel. Als boerleuk vertelt over zijn leven of zijn gedachten deelt over sociale of politieke onderwerpen, gaat mijn hart altijd een beetje sneller kloppen. Hij deelt met passie, maar zegt ook alleen wat hij echt bedoelt en meent. Hij denkt na voordat hij iets zegt, is soms stil tussendoor, en kan op de een of andere manier altijd heel goed omschrijven hoe hij dingen ziet, hoe hij zich voelt en op welke manier mensen hem bewegen. Ik denk dat ik drie jaar geleden daarom graag het leven met hem wilde gaan delen; omdat hij echt en oprecht is, no pretense, onomwonden.
Toen ik naar hem keek terwijl hij vanuit zijn hart praatte en vertelde, voelde ik me trots op wie hij is, maar tegelijk voelde ik me ook verdrietig worden. Niet vanwege hem, maar omdat ik besefte dat er zoveel mensen zijn die niet gehoord en gezien worden, en dat er zoveel mensen zijn die niet meer weten wat het is om gewoon eerlijk te zijn, zonder de waarheid te verdraaien. Als ik om me heen kijk en naar vrienden luister, hoor ik vaak dat mensen conflicten hebben omdat iemand niet helemaal eerlijk was, of omdat mensen niet meer geloven dat iemand oprecht of eerlijk is. Ik vind dat afschuwelijk en het breekt mijn hart.
Nu moet ik bekennen dat ik als klein meisje al leerde dat je je eigen hart nooit helemaal kunt vertrouwen, omdat je nu eenmaal blinde vlekken hebt en omdat we in ons eentje [of met z’n tweetjes] nooit volledig kunnen zien hoe de werkelijkheid is. Ik vond het nooit zo prettig om dit te horen, maar het was mijn oma die dit zei en ik kon haar goed hebben omdat ze liefdevol was en het beste met me voorhad. Oma was ook degene die vaak tegen me zei dat mijn oprechte vragen en zoeken niet altijd door iedereen gewaardeerd zou worden. Ze zei daarbij dat ik daar als kind misschien iets minder last van zou hebben dan op volwassen leeftijd. In mijn studententijd dacht ik eerlijkheidshalve dat oma misschien wel ongelijk had, omdat de basisschool en middelbare school niet makkelijk waren voor het vragende meisje dat ik was. In mijn studententijd daarentegen, leek iedereen juist wel vragen te mogen stellen. Nu, zo’n twintig jaar later, begrijp ik echter wat oma bedoelde, en dat vind ik niet altijd makkelijk…
Als ik boerleuk open en eerlijk zie delen, kan ik niet anders dan ook mezelf zijn. Ik kom thuis in zijn hart en dat gevoel is onbetaalbaar. Daarom wil ik niet anders dan mezelf blijven in vriendschappen en relaties, omdat een ander daardoor misschien ook wel thuis kan komen bij mij. Toch vind ik dat makkelijker gezegd dan gedaan, en is het voor mij soms heel verleidelijk om mensen voortdurend tevreden te willen stellen. Ik maak het mezelf en anderen daar soms ook lastig mee. Want als ik mijn eigen hart door mijn ‘geplease’ benauw, maak ik rare sprongen en dat ziet er echt niet uit. Een kat in het nauw zeg maar, in dit geval met een jurkje en een legging.
Ik wil dus het liefst altijd gewoon mezelf zijn. Dat betekent alleen wel dat anderen van mij vragen kunnen verwachten, oprechte en integere vragen. Vragen die ik stel omdat ik benieuwd ben naar iets, omdat ik iets niet weet of begrijp, of gewoon omdat ik iets wil leren of interesse heb in iemands (manier van) leven. Het betekent ook dat ik soms zo enthousiast op iets reageer dat een ander denkt dat ik hem of haar niet erken of dat ik mezelf beter vind. En soms heeft mijn eerlijkheid tot gevolg dat iemand zich aangevallen door me voelt en vervolgens met zwaard en hakbijl in de aanval gaat. Al dit soort situaties vind ik best wel ingewikkeld. Soms ook heel verdrietig en soms heel pijnlijk. Het is overigens niet zo dat ik zwelg in zelfmedelijden, want – geloof me – ik kan nog heel veel leren in relaties en vriendschappen en ik ga ook geregeld op mijn snufferd omdat ik domme of onhandige dingen doe. Misschien ga ik daar ook nog wel een paar leuke blogs over schrijven. 😉
Mezelf zijn en daarvoor blijven kiezen, betekent ook dat ik best wel eens aan iemand moet uitleggen dat de intentie van mijn vragen of gedrag oprecht is. Dat mijn hart erop gericht is om een ander te helpen en ik een ander graag wil bemoedigen. Ik kan er dan ook best van schrikken als mensen het tegenovergestelde denken of geloven. Of als ze dingen die ik doe anders interpreteren dan ik bedoel. Boerleuk zegt dan altijd – als ik weer eens snotterend op de bank zit – dat hij (in) me gelooft, maar ook dat er heel veel mensen zijn die niet goed overweg kunnen met oprechtheid. En dat mijn manier van denken of vragen stellen bij anderen soms op een plek binnenkomt waar bijvoorbeeld pijn of wantrouwen huist. Vervolgens kunnen die mensen niet geloven (of zien) wat ik werkelijk bedoel en barst er hier of daar een bommetje. Natuurlijk maak ik mezelf hier ook wel eens schuldig aan.
Toch wil en kan ik niet anders dan mezelf zijn. Ook als anderen me niet begrijpen, ook als anderen mijn woorden anders interpreteren dan ik ze bedoel, ook als dat betekent dat er af en toe vuurwerk op de binnenplaats van harten afgestoken wordt. Tegelijk wil ik mezelf niet tot in den eeuwigheid blijven vrantwoorden of verdedigen. En dus kom ik steeds meer op het punt waarop ik zeg:
“Je gelooft dat ik van je hou, dat ik het beste met je voorheb, dat ik in je geloof en geen verkeerde bedoelingen heb met wat ik doe of zeg, óf je gelooft dat niet. Als je dat wél gelooft en ik ga eens goed onderuit [want dat ga ik natuurlijk geregeld], geloof dan mijn spijt, durf te erkennen dat je misschien vanuit pijn reageert, geef me ruimte om te leren van mijn fouten, neem de tijd om te herstellen, maar pak daarna ook gewoon mijn hand weer vast [als je hem überhaupt hebt losgelaten] zodat we weer verder kunnen met leven. ”
Leven vanuit die plaats, waar mijn hart zich open en in vrijheid met anderen kan verbinden, zonder angst en zonder minderwaardigheid, is waar ik altijd naar wil blijven streven. Want daar is ruimte om elkaar lief te hebben, om met elkaar op weg te zijn en met elkaar waarheid te ontdekken. Wat ben ik dankbaar dat boerleuk en ik de avonturen van ons leven onomwonden kunnen delen. Dat hij niet anders kan dan zichzelf zijn en dat hij niet anders wil dan dat ik ben wie ik ben. En dat, gun ik iedereen!