Heerlijkheid! Het seizoen is eindelijk weer aangebroken dat we uit onze eigen tuin kunnen eten. Misschien had dat al eerder gekund, en in de winter doen we dat natuurlijk ook nog wel een beetje, maar meestal zijn wij niet al in februari aan het zaaien. Wij komen namelijk pas in beweging als de zon gaat schijnen en tot nu toe werkt dat gelukkig prima. 😉
De afgelopen week hebben we al elke dag sla uit eigen tuin gegeten en vandaag heb ik een lunch gemaakt met onze eerst eigen koolrabi. Ik heb gewoon geknutseld met wat ik in huis had, maar vond het zo lekker dat ik mijn maakseltje ter inspiratie ook meteen maar online zet.
Wat je nodig hebt voor dit bordje heerlijkheid
Twee kleine koolrabi’s
Twee rode uien
Twee teentjeknoflook
Krulsla
Wat aardbeien [ik zou voor biologisch gaan, aangezien gangbare aardbeien enorm bespoten worden]
Een eetlepel kokosolie
Makreel [kies als het even kan voor een duurzaam vet makreeltje, en bak deze dan heel even aan 1 kant]
Voor de dressing, bedoeld om over de koolrabi te doen:
Drie eetlepels olijfolie
Een eetlepel vers citroensap, of meer als je zuurder wilt
Twee tot drie eetlepels fijngehakte verse kruiden. Ik gebruikte kerrie, munt en salie.
Optioneel: een theelepeltje honing
Hoe je alles klaarmaakt
Maak ‘spaghetti’ van de koolrabi. Dat kun je met een spiraalsnijder doen of bijvoorbeeld met deze handige juliennesnijder [klik] van Dille & Kamille.
Snijd daarna de rode ui in halve ringen en de teentjes knoflook in plakjes.
Doe vervolgens een eetlepel kokosolie in een wok of koekenpan en fruit de ui en de knoflook op een lage temperatuur. Ik doe dat meestal een minuut of tien, dan karamelisseert de ui en wordt hij wat zoeter van smaak.
Voeg nu de koolrabi toe en verwarm deze mee op een lage temperatuur. Ook een minuut of tien, dan behoud je een lekkere ‘bite’. Roer regelmatig.
Maak terwijl de groente gaart de makreel schoon, bak hem eventueel aan een kant, en breek hem daarna in grove stukken.
Was de sla en aardbeien en snijd beide [zie foto].
Maak ook de dressing terwijl de koolrabi nog heel even gaart: doe alle ingrediënten in een schaaltje, even roeren, even proeven of je nog iets mist, afmaken en klaar. Ik heb bewust geen zout of iets dergelijks toegevoegd, omdat makreel al een zoute smaak heeft.
Denk eraan om tijdens al deze kleine bereidingen ook af en toe in de pan te roeren. 😉
Als alles klaar is, kun je je bord opmaken en in de rust al dit lekkers opeten.
Geniet ervan!